Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En als [25]hij zich verootmoedigde, keerde de toorn des HEEREN van hem af, opdat Hij [hem] niet ten uiterste toe verdierf; ook waren in Juda nog [26]goede dingen. 25. Namelijk, de koning, met bewijs van leedschap en bekering. 26. Als eerstelijk de wet van Mozes; II. het woord der profeten; III. de besnijdenis; IV. nog wat van den zuiveren godsdienst; V. enige ware gelovigen en godvruchtigen, die hun weg niet bedorven hadden; om welke dingen alle God de stad nog verschoonde; gelijk Hij met Sodom zou gedaan hebben, zo zelfs maar tien rechtvaardigen daarin waren geweest, Gen.18:32. Vergelijk hiermede boven, de aantekening vs.1.